Waarom je nooit moet snoozen (ook al voelt het fijn)

snoozen

Het klinkt zo verleidelijk: nog even snoozen. Nog één keer je wekker uitdrukken, even omdraaien en vijf of tien minuten extra rust pakken. Toch is snoozen één van de slechtste dingen die je kunt doen voor je slaap én je energie overdag.

Waarom snoozen je dag slechter maakt

Wanneer je ’s ochtends wakker wordt, doorloopt je lichaam nog steeds slaapcycli. Zodra je op je wekker drukt en weer terug in slaap valt, start je brein een nieuwe slaapcyclus. Maar… die cyclus maak je niet af.

Het gevolg? Je wordt wéér midden in een cyclus wakker. Dat maakt je extra moe, suf en soms zelfs chagrijnig. Dit gevoel heet ook wel “sleep inertia”: het zware, duf aanvoelende hoofd na onderbroken slaap.

Waarom direct opstaan beter is

  • Je geeft je lichaam duidelijkheid: wakker is wakker.
  • Je vermijdt het telkens “resetten” van je slaapcyclus.
  • Je start de dag met meer energie en minder stress.

Hoe stop je met snoozen?

👉 Zet je wekker buiten handbereik – zo moet je uit bed om hem uit te zetten.
👉 Kies voor een wekker-app die je actief wakker maakt, bijvoorbeeld door een rekensom of beweging.
👉 Creëer een ochtendritueel dat je motiveert: een glas water drinken, stretchen of meteen daglicht pakken.

Conclusie

Snoozen lijkt een klein extraatje, maar in werkelijkheid beroof je jezelf van energie. Door meteen op te staan bij je eerste wekker, begin je de dag frisser, helderder en productiever.